Daar komt bij dat we de afgelopen weken vaak en heel plezierig hebben gefietst bij aangename temperaturen en vaak zonnig weer. M'n fietskm's deze maand bedragen nu 508 km, waarvan 221 op de roets en 287 op de Scorpion. M'n buikspieren beginnen nu hun werk weer zonder protest te doen, mits ik ze niet te hard aanspan. Het lukt mij weer om zonder 'n pauze van 1-3 seconden tussen elke werk- en haalslag continu te roetsen.
Voorlopig is het parool: vooral veel roetsen, maar wel met beleid en gepaste begrenzing… :-)
Opruimen
Zo langzamerhand weet ik het wel zeker: een terugkeer naar de rechtopfiets, of dat nu een DF- of CF-bike is, is voor mij uitgesloten. Het is veel te plezierig om totaal zonder zadelpijn rond te fietsen en weer zin te hebben in onverwachte omweggetjes. Dat fietst heel anders dan met de gedachte "blij als ik weer thuis ben…"
Aan een heel goede fietskennis heb ik daarom m'n RANS Cruz aangeboden voor een ronduit belachelijk laag bedrag. 'k Heb er namelijk alle belang bij dat de Cruz weer goed onderdak komt, want 't blijft een prachtfiets met bijzondere eigenschappen. Daarbij gaat alles wat met rechtopfietsen te maken heeft, ook de deur uit. Alleen de zaken die specifiek zijn voor m'n vrouw's mtb's (Koga en Santos) mogen blijven.
Opgeruimd staat netjes en ik kijk dan weer tegen voorlopig genoeg lege kastruimte aan :-)
(Fietsen) en nog wat…
Om nog even bij fietsen te blijven, wil ik zomaar wat gedachten op een rij zetten over het VeloTilt project. Ik ben namelijk een van de zeer velen die de ontwikkeling van de VeloTilt met spanning volgen. Elke posting van Wim Schermer over de VeloTilt is een echte cliffhanger!
Als ik fabrikant was van een tamelijk klassieke velomobiel, dan zou ik genoeg redenen hebben om knap zenuwachtig te worden. Want wat is namelijk het geval?
De doorsnee velomobiel is niet veel meer dan een tamelijk eenvoudige torpedovormige constructie van kunststof, zo goed mogelijk gestroomlijnd en met een mangat bovenin om in de torpedo te gaan zitten en vervolgens met het hoofd door dat mangat naar buiten te kijken.
De torpedo is inwendig voorzien van een kunststof ligschaal, een metalen constructie -aluminium en ijzer- om te kunnen rijden en dmv fietsen voort te bewegen en 3 fietswielen, 2 voor en 1 achter, volgens het principe van de tadpole trike. Dat voortbewegen gaat veel sneller dan op een niet gestroomlijnde fiets, vooral dank zij de veel mindere luchtweerstand.
Kenmerkend voor de doorsnee velomobiel is vooral dat de meeste onderhoudsgevoelige onderdelen slecht tot zeer slecht toegankelijk zijn en voor de gemiddelde fietser alleen binnen bereik komen door met veel moeite de torpedo open te maken, en na gedane arbeid met nog meer moeite weer netjes dicht te maken. Om dit mogelijk te maken is de torpedo in twee delen uitgevoerd: een bovendeel (de top) en het onderste deel waarop het bovendeel als een precies passend deksel wordt vastgemaakt.
Deze eenvoudige basisconstructie van de doorsnee velomobiel maakt het in- en uitstappen moeilijk: zonder fitte schouder- en armspieren is het nagenoeg onmogelijk. Ook moet je goed oppassen waar je je voeten neerzet: een verkeerde voetstap en je beschadigt de bodem van de torpedo.
Niet alle op de markt verkrijgbare velomobielen vertonen deze nadelen, maar merkwaardigerwijze hebben die een slechts gering marktaandeel…
De VeloTilt is mede ontworpen om de genoemde nadelen van de doorsnee velomobiel te vermijden. Voor een gedetailleerde behandeling van het ontwerp en de gebruikskenmerken ervan verwijs ik naar het weblog van Wim Schermer. Bovendien is het gestroomlijnde omhulsel van de VeloTilt ontworpen met gebruikmaking van de nieuwste inzichten in de aërodynamica en de meest recente ervaringen met soortgelijk ontworpen zeer snelle gestroomlijnde fietsen.
Mij dunkt, genoeg redenen voor de makers van de doorsnee velomobiel om zenuwachtig te worden. Want: de rasechte velomobielliefhebbers zullen graag zo snel mogelijk de overstap willen maken naar een fundamenteel anders ontworpen, snellere en gemakkelijker te onderhouden velomobiel. Het (over)aanbod van tweedehandse doorsnee velomobielen dat dan ontstaat zal de aankoop van een nieuwe velomobiel van een verouderd ontwerp tot praktisch nul reduceren…
En nog wat...
Erst kommt das Fressen, dann kommt die Moral, Eerst komt het eten en dan (pas) de moraal, uit de Dreigroschenoper (1928) van Bertolt Brecht.
Das Fressen
'k Heb kennis gemaakt met "De Paleo Revolutie" van Mitchel van Duuren. Hij maakt deel uit van een bredere beweging die ons moderne eten afkeurt en zich afvraagt of en hoe wij moeten terugkeren naar het dieet van onze verre voorouders die zich in leven hielden met de jacht en door voedsel verzamelen.
'k Vind het bar interessant, vooral omdat de beschrijving van de gevolgen van zetmeel- en anderszins koolhydraatrijke voeding op het lichamelijk welzijn voor mij heel herkenbaar is. Eveneens interessant is de conclusie dat de Paleo beweging ingaat tegen de gevestigde orde in levensmiddelenland, die haar machtsbasis heeft bij overheid, in wetenschap, bedrijfsleven en NGO's. In feite is hier sprake van een (poging tot) paradigmawisseling op het gebied van voeding, in de betekenis die Thomas Kuhn daaraan geeft in zijn werk "The Structure of Scientific Revolutions" (1962).
Waarom noem ik dit? 'k Moet bekennen dat ik probeer, op een heel bescheiden wijze, om de meest waardevolle elementen van het Paleo gedachtengoed te gebruiken in onze eetgewoonten. Als ik hiermee vermeldenswaardige ervaringen opdoe, zal ik die zeker hier opschrijven!
Die Moral
Atheïst, geen agnosticus. Al heel lang weet ik dat ik overtuigd atheïst ben en geen agnost :-) En natuurlijk staan in m'n boekenkast naast elkaar Bertrand Russell's "Waarom ik geen christen ben en andere essays" en Richard Dawkins "God als misvatting". 'k Ben er nog mee bezig, maar er komt eerstdaags een derde boekje naast, namelijk Sam Harris' "The End of Faith: Religion, Terror, and the Future of Reason". Een scherpzinnig en goed geschreven boek, dat dank zij de recente verschijningsdatum (2005) ook ingaat op de actuele problemen die worden veroorzaakt door religie in het algemeen en vooral door de Islam. Ik kan de teneur niet beter omschrijven dan Natalie Angier deed in The New York Times:
"The End of Faith articulates the dangers and absurdities of organized religion so fiercely and so fearlessly that I felt relieved as I read it, vindicated… Harris writes what a sizable number of us think, but few are willing to say."O ironie! Het lot wilde dat ik op het spoor van Sam Harris werd gezet door de krant Trouw, die veel geestelijk en kerkelijk nieuw in haar kolommen onderbrengt :-P "The End of Faith" werd trouwens genoemd in een artikel over "Op weg naar Armageddon" van Bob de Graaff.